woensdag 3 april 2019


Rigide denkpatronen

Uit de vorige post kon je ook al opmaken dat Rosie vaak denkt in rigide patronen. Op sommige vlakken is ze eigenlijk heel flexibel. Zo werken veel auti-ouders noodgedwongen met planningen, schema’s en pictogrammen en hebben auti-kindjes het moeilijk met onvoorspelbaarheid. Daar heeft Rosie weinig problemen mee. Een dansles die niet doorgaat, een andere babysit dan gewoonlijk, een stagaire op school, een uitstapje,… she handles it! MAAR op andere vlakken kan verandering wel moeilijk zijn. Deze periode van het jaar bvb, wanneer muts en sjaal niet altijd meer nodig zijn… Voor Rosie is jas, muts en sjaal een heilige drievuldigheid. Dus ofwel gaan ze alle drie aan ofwel geen één van de drie. En een jas hoort ook altijd toe te zijn. Flexibeler omgaan met die zaken vraagt veel inspanning van haar. Ik moet je niet uitleggen hoe moeilijk het is om de associatie ”kaka” en ”in de broek” te doorbreken.. Forceren heeft geen zin, want vaak gaan die patronen en repetitieve gedragingen gepaard met onderliggende gevoelens van angst. Ergens along the way sluipen die patronen er dus in. Onbewust installeren wij er natuurlijk ook veel. Zo vond ik het schattig om de girls een keer samen in bed te laten inslapen..  Sja, the perks of it, denk ik dan…


Met haar koppigheid hebben wij een haat-liefde verhouding. Enerzijds houdt het ons heel vaak een spiegel voor. Waarom geen 10 ringen dragen als je 10 vingers hebt? Waarom zou een snoepjes-dolfijn in Godsnaam niet mee in bad mogen? Welke kledij had jij dan in gedachten bij “we maken ons mooi om op restaurant te gaan”? En jij vindt dat pootje baden in de zee iets voor in de zomer is… Het leert ons dingen te relativeren, vanuit een ander perspectief te bekijken, terug te keren naar de essentie en los te laten. Ik durf te stellen dat Rosie ons beter maakt, als ouder, als coach, als onderzoeker, als vriend, als koppel, als mens. Soms is het gewoon ook lachen-gieren-brullen als een (onder)broek weer eens optioneel is, vader-lief zijn gekste moves boven haalt om een meltdown te voorkomen, ze steevast haar grootvader “Ludo” noemt ipv pake (want make noemt pake immers Ludo). Soms ook wenen, want het is natuurlijk net die koppigheid die zorgt voor haar ontwikkelingsachterstand…


In het doorbreken van die koppigheid zouden we niet zonder Oona kunnen. Rosie leert meest door echolalie en echopraxie (i.e. nabootsen van woorden en handelingen). Oona is als het ware Rosie ‘s woordenboek, gps, encyclopedie en bijbel in één. Meestal gaat dat gidsen heel spontaan. Oona is, net als haar vader, een extreem gevoelsmens die niet veel woorden nodig heeft om mensen/situaties/emoties te begrijpen. Ze heeft een zesde zintuig dat haar in staat stelt de meltdowns te voelen aankomen en dus te vermijden. Ze pusht Rosie als het ware tegen haar limieten aan, maar zal altijd bemiddelen, water bij haar wijn doen of inleveren voor de vulkaan uitbarst. Meer over de rol van brussen in een latere post want laat dat duidelijk zijn, ze zijn GOUD waard in de opvoeding van een (auti-) broertje/zusje!




 

2 opmerkingen:

  1. Wauw. Ik onthou Minions zijn zalig, onderbroeken overbodig, spaghetti zoveel mogelijk en liefst 's morgens, s middags en 's avonds en taal wordt overschat (cfr. tot die conclusie kwam Wittgenstein ook al: https://www.youtube.com/watch?v=pQ33gAyhg2c).
    Mooie, vlotte pen heb je daar. Ik blijf ontroerd en wijzer achter!

    BeantwoordenVerwijderen